We gaan uit van gebruikte luiers: veel ontlasting en urine, plastics en steeds minder papiervezel
Zeer hoge temperatuur; 250°C; >96% afbraak van medicijnen en afdoding ziekteverwekkers
De samenstelling van luiers verandert enorm, o.a. door vervanging fossiele bestanddelen naar producten die biobased zijn. Dit is geen probleem voor onze technologie en uit onderzoek blijkt dat de milieuprestatie nog beter wordt!
Slimme samenwerking in de keten: opwerken van de plastics en vergisten van slurry door bestaande bedrijven.
De technologie past als een ‘legoblokje’ in bestaande Afval Energie Centrales en Waterzuiveringen (rwzi’s)
Wij splitsen in één stap luiers in herbruikbare plastics, vergistbare slurry en eventueel vezels
Door goede afzet is geen compleet nieuwe fabriek nodig, daardoor snel en efficiënt inpasbaar met een goede business case.
Inpassing in bestaande vergunningen en wet- en regelgeving, zekerheid over afzet.
Groot milieuvoordeel en flexibele aansluiting op veranderingen in samenstelling van gebruikte luiers.
Projectcoördinator Arnoud Rozestraten van ARN legt uit hoe de luierrecyclinginstallatie in zijn werk gaat.
Nieuwsuur over luierrecycling - Uitzending gemist.
Gebruikte babyluiers mogen in een doorzichtige plastic zak worden aangeboden.
MAAR NIET: Alles wat geen gebruikte luier is (zoals):
Gebruikte incontinentieluiers mogen in een doorzichtige plastic zak worden aangeboden.
MAAR NIET: Alles wat geen gebruikte luier is (zoals):
Indien bij de inzameling van luiers gebruik wordt gemaakt van plastic zakken, dan dienen deze zakken te voldoen aan de volgende eisen:
Let op: Indien u zakken verkiest die zijn voorzien van een opdruk over wat er wel/niet in mag, bevelen wij u daarvoor de formulering aan die hierboven is gegeven voor gebruikte babyluiers en/of gebruikte incontinentieluiers.
Het gebruik van oude ‘Knowaste’-zakken is niet toegestaan in verband met de verkeerde opdruk over wat er wel/niet in de zak mag.
Op het moment dat besloten werd om de eerste reactor te gaan installeren zijn per omgaande de opdrachten de deur uitgegaan voor de levering van zowel de bouw- alsook de installatie-onderdelen. Met name de levering van een drukvat met een inhoud van 5.000 liter die de benodigde temperatuur (250°C) als druk (40 bar) aan kan, vergt de nodige bouwtijd. Dit installatieonderdeel vormt dan ook de bepalende factor in het realisatietraject. De bouwmaterialen zullen in augustus 2018 bij ARN worden geleverd. Daarna beginnen de bouwkundige aanpassingen. Omwille van een snelle bouw is ervoor gekozen om een deel van een bestaande hal (de zogeheten Overslaghal) af te scheiden van de rest om aldaar de luierrecyclingsinstallatie te realiseren. De bouw zal in de loop van september 2018 gereed zijn. Vervolgens zullen in de loop van oktober 2018 de installatie-onderdelen arriveren, waarna in november 2018 de montage van reactor 1 gepland staat. Als moment voor de inbedrijfstelling van reactor 1 staat december 2018 gepland. Tot nu toe is er enkel ervaring opgedaan met een testreactor met een inhoud van 300 liter. Van 300 liter naar 5.000 liter is een flinke schaalvergroting, die ongetwijfeld met logistieke en operationele ‘uitdagingen’ gepaard zal gaan. Nadat in de loop van 2019 de kinderziektes uit de exploitatie van reactor 1 zijn overwonnen, zullen reactor 2 en 3 worden besteld, geplaatst en in bedrijf genomen.
De investeringsbeslissing in de full scale –installatie is inmiddels ook genomen, naast de huidige reactor komen twee nieuwe reactoren die de totale verwerkingscapaciteit op 15.000 ton luiers per jaar brengt, zie ook het laatste nieuws.
In de TDH-reactor wordt een mengsel van circa 70% luiers en incontinentie materiaal en circa 30% slibkoek van rwzi (rioolwaterzuiveringsinstallatie) Nijmegen verwerkt. De inhoud van de TDH-reactor scheidt zich tijdens het proces in circa 7% kunststofagglomeraten en circa 93% gehydrolyseerde luierslurry. De gehydrolyseerde luierslurry zal samen met zuiveringsslib worden vergist in de slibgistingsinstallatie op de naastgelegen rwzi Nijmegen.
Op rwzi Nijmegen staan twee slibgistingstanks met elk een inhoud van 5.060m3 waarin het slib wordt vergist dat bij de zuivering van het afvalwater ontstaat. In de gistingsinstallatie wordt het slib door organische afbraak in omvang teruggebracht. Bij dit afbraakproces ontstaat biogas waarmee elektriciteit wordt opgewekt door verbranding in gasmotors. Behalve elektriciteit ontstaat hierbij ook warmte. Deze warmte wordt ingezet om de temperatuur van de gistingsinstallatie op peil te houden.
Het uitgegist slib wordt met een centrifuge ontwaterd tot een slibkoek met een droge stof percentage van circa 26%. Na deze ontwatering wordt een deelstroom van de slibkoek naar de TDH-reactor geleid en vervolgens dus ook opnieuw vergist. Dit leidt tot een verbeterde vergisting van het zuiveringsslib en draagt bij aan de toename in elektriciteitsproductie die met de behandeling van de luierslurry wordt gerealiseerd. Het overige deel van de slibkoek wordt per as afgevoerd naar de composteringsinstallatie in Tiel. De slibkoek wordt daar gecomposteerd tot compost (circa 65% drogestof). Het compost wordt ingezet als biobrandstof.
Amper:
Deze samenstelling geldt voor gebruikte babyluiers. Bij recycling is het belangrijk dat het grootste deel van gebruikte luiers bestaat uit urine en ontlasting. Het aandeel papierpulp daalt sinds 1987 sterk en het aandeel plastics stijgt iets. Ontlasting, urine, papierpulp en SAP komen in de geraffineerde slurry en worden samen vergist.
Het papiervezel-aandeel blijft dalen onder de 5%. Ze kunnen optioneel worden teruggewonnen. Dit is als mogelijke optimalisatie stap gepland.
De laatste hobbels zijn genomen en ARN B.V. is een installatie aan het bouwen voor de recycling van baby- en incontinentieluiers.
EBI zal deze verwerkingsmethode en reactor vermarkten en is tevens de octrooihouder.
Proeven hebben uitgewezen dat deze methode het best werkt wanneer de luiers gemengd met rioolwaterzuiveringsslib worden behandeld. Dat klinkt wellicht vreemd, maar feitelijk is de inhoud van een luier niet anders dan de samenstelling van rioolwaterzuiveringsslib. Om die reden is Waterschap Rivierenland bij het toepassen van deze techniek betrokken. Bijzondere meerwaarde van deze techniek is dat naast ziektekiemen ook de restanten van medicijnen nagenoeg volledig worden afgebroken.
Begonnen wordt met de bouw van één ‘reactor’ en bij gebleken functioneren zal de installatie met nog twee reactoren worden uitgebreid. In totaliteit kan aldus een verwerkingscapaciteit van 27.000 ton per jaar worden gerealiseerd.
Dit project is financieel ondersteund door:
Oktober 2020 / GRAM is het vakblad van de NVRD
Luiers apart inzamelen om ze daarna te recyclen in plaats van te verbranden bij het restafval is weer in opmars.
Augustus 2020 (herzien in februari 2021)
SGS Search heeft in opdracht van de Rijksoverheid een review uitgevoerd op de milieu-analyse (rapport CE-Delft) van onze luierrecycling methode.
Conclusie: "Er is geen reden voor twijfel over de conclusies in het rapport, waaronder: "CO2-voetafdruk: het vervangen van de huidige conventionele methode door de TDH-methode levert in de huidige situatie een klimaatwinst van 964 kg CO2-eq per ton verwerkt luiermateriaal."
Deze recycling methode levert voordelen op voor alle drie de milieuschadecategorieën:
Er is ruim een jaar getest met een proefinstallatie. ARN gaat dit jaar een grote installatie bouwen en in bedrijf nemen. De recyclingmethode verhit gebruikte luiers samen met rioolslib tot 250 °C met stoom. Dit verwijdert ziekteverwekkers en medicijnen. Uit de luiers ontstaan de producten biogas, biomassa en plastics. In de vergelijking is de hele keten meegenomen; van inzameling tot en met eindproducten.
Juni 2020
Elsinga merkte tijdens het mLCA-onderzoek op dat ze in contact zijn met een luierfabrikant die de kunststoffen in luiers te vervangt door polymelkzuur (PLA). Elsinga heeft hun technologie luiers met PLA getest en bewezen dat PLA terug naar transformeerd naar zijn vloeibare vorm: melkzuur.
April 2018
Dit handboek laat zien hoe de risico’s die samenhangen met de recycling van gebruikte luiers en incontinentiemateriaal, samen met RWZI-slib beheerst worden.
GRAM, Maart 2018
Een primeur in afvalland: de eerste installatie voor luierrecycling in Nederland gaat dit jaar in bedrijf. Dankzij een Weurtse samenwerking van afvalenergiecentrale ARN en Waterschap Rivierenland rond een vinding van Willem Elsinga.
Maart 2017
Afbraak medicijnresten bij thermische drukhydrolyse van luiers en inco-materialen.
Het recyclen van luiers en incontinentiematerialen (‘inco’) is een speerpunt van het Nederlands afvalbeleid. Recycling van deze materialen kan alleen slagen als medicijnresten afdoende worden verwijderd. Het ideaalbeeld van Rijkswaterstaat is dat bij het recyclen van ‘luiers en inco’ geen verdere verspreiding van medicijnresten in het milieu plaatsvindt.
Mei 2017
Na proeven op laboratoriumschaal en een proefinstallatie, is ARN BV in Weurt nu klaar om luiers op praktijkschaal te vergisten. ARN legt momenteel de laatste hand aan de techniek, waarbij ingezamelde luiers en incontinentiemateriaal behandeld worden met hogedrukstoom (van 250°C en 40 bar druk), om vervolgens gescheiden te worden in een kunststoffractie en de luierinhoud.
December 2016
Totaalplaatje luierinstallatie ARN B.V. bijna rond. Als alles goed gaat, zal de Raad van Commissarissen van ARN B.V. in Weurt komende maand de business case onder ogen krijgen voor de verwerkingsinstallatie voor luiers. Met de vergunning al rond, is het dan alleen nog wachten op een akkoord.
3 september 2016
Afvalberg wil ook wel eens uit de luiers. Glas, papier, plastic, gft - als het op afvalscheiden aankomt is veel mogelijk. Alleen met het recyclen van luiers schiet het niet op.
Augustus 2016
ARN B.V. wil luiers samen met zuiveringsslib gaan verwerken. Voorheen verwerkte ARN B.V. luiers als onderdeel van het restafval in de AEC. Nu is het bedrijf bezig met een praktijkproef om luiers en incontinentiemateriaal als monostroom te behandelen, in hun bestaande installatie in Weurt. Dit project voert ARN B.V. uit in samenwerking met het bedrijf Elsinga Beleidsplanning en het Waterschap Rivierenland.
Juni 2016 / GRAM is het vakblad van de NVRD
De aanpak van het probleem van het luierafval door de hele keten van luierfabrikanten tot en met gemeenten, begint vruchten af te werpen. Na een jaar van overleg zijn er 'vier tot zes' verschillende recyclingtechnieken op het punt van testen in de praktijk. Vooral diftar-gemeenten staan te popelen om de 200 duizend ton luierafval te recyclen.
April 2015
ARN B.V. mikt op bouw recyclingreactor voor duurzame verwerking luiers Aan het duurzaam verwerken van wegwerpbabyluiers en luiers uit ziekenhuizen en zorginstellingen/thuiszorg (incontinentiemateriaal) zitten anno 2015 nog behoorlijk wat haken en ogen. Anders gezegd: het staat nog in de kinderschoenen. Afvalenergiecentrale ARN B.V., Adviesbureau ‘Elsinga Beleidsplanning en Innovatie’ hebben nu een techniek ontwikkeld om luiers duurzaam te verwerken.
Maart 2015 / GRAM is het vakblad van de NVRD
Luiers: hernieuwde kans op recycling
Ons huishoudelijk restafval zit boordevol luiers, jaarlijks zo’n 400 duizend ton. Als bedrijfsafval komt nog eens een zelfde hoeveelheid vrij bij ziekenhuizen en zorgcentra. Met hun hoogwaardige papiervezels en ook kunststof openbaart zich een zeer geschikt recyclingproduct. De technologie om het luierafval aan te pakken is voorhanden. De absorptiekorrels in de luier en eventuele medicijnresten zijn de te nemen horde. Het Ketenproject Luiers moet de kers op de taart zetten.
Oktober 2014
ARN B.V. start pilot luierrecyling en zet in op 2.000 ton per jaar
In 2015 wil ARN B.V. in Weurt starten met een pilot voor luierrecycling.
ARN B.V. werkt daarvoor samen met Elsinga Beleidsplanning, dat in de Benelux het patent voor de technologie bezit. De luiers worden eerst thermisch behandeld met stoom. Daarna wordt 94 procent vergist of gecomposteerd. De resterende 6 procent bestaat uit kunststoffen.
April 2021
De samenwerking tussen ARN en Elsinga Beleidsplanning & Innovatie had tot doel een methode te ontwikkelen voor het recyclen van luiers. Deze methode is vertaald in techniek op kleine schaal die verantwoord werd opgeschaald naar praktijkniveau. Uiteindelijk zal in de loop van 2021 de uitbreiding van de installatie naar drie reactoren een feit worden. Een uitdagende opgave met een aanzienlijke doorlooptijd.
Maar zou de methode ook als recycling worden beoordeeld? Dit was eveneens een uitdagende opgave, waarvoor ook een lange adem nodig was.
De tweede herziening van het Landelijk Afvalbeheer Plan 3 is vastgesteld. In sectorplan 84 wordt luierrecycling aangeduid. Daar staat dat de luierstroom een van de monostromen is, waarvoor recycling wenselijk en technisch mogelijk is. De minimumnorm is thans nog verwerken met energieterugwinning, verbranden.
Maar wanneer er voldoende verwerkingscapaciteit zal zijn die voldoet aan de normen, wordt luierrecycling de minimumstandaard. De verwerkingsmethode bij ARN past binnen deze nieuwe kaders van LAP3, als zijnde recycling. Het sectorplan spreekt van hoogwaardiger vormen van verwerking waarbij delen van het materiaal via recycling terug in de keten worden gebracht, maar dat moet dan wel veilig toe te passen zijn.
Die hoogwaardigheid hebben ARN en Elsinga aangetoond met een zogeheten mLCA (SGS Search) in opdracht van Rijkswaterstaat. Hieruit bleek onder andere dat luierrecycling volgens de TDH-methode vele malen beter scoort op het gebied van vermeden CO2 dan verbranden in een afvalenergiecentrale met hoog energierendement. Door te recyclen bij ARN besparen we 899kg CO2-eq per ton luierafval. Ook bleef onze methode ver voor op een andere methode die nog niet in Nederland operationeel is.
De veiligheid hebben ARN en Elsinga aangetoond door laboratorium- en praktijkonderzoeken op basis van een protocol van het RIVM. De uitslagen van de testen op medicijnen en pathogenen waren alle onder de door het RIVM gestelde normen. Hieronder leest u daarover meer.
Het resultaat is bereikt: de luierrecycling volgens de thermische drukhydrolyse-methode in de LRI heeft het niveau van recycling gehaald!
Engineering en realisatie
Het ontwerp is uitgewerkt en de delen met een langere levertijd zijn besteld. Montage zal gestart worden medio april. De datum voor in productie name van de uitbreiding is nog steeds 1-7-2021.
Naast een uitbereiding met twee extra reactoren komt er ook een nabewerkinginstallatie. Deze is nodig om de uit de installatie afkomstige kunststoffen voldoende schoon en droog af te zetten. Tevens wordt een automatische doseerbunker geplaatst om de reactoren te voeden.
Afzet van de plastics
Tijdens de behandeling van de luiers in het proces zijn de plasticfolies uit de luiers omgezet in harde kunststof agglomeraten. Het geproduceerde plastic wordt na wassen en drogen afgezet bij partijen die mengsels van plastic recyclaten. We hebben hierin wel gemerkt dat dit een hele nieuwe markt is, afhankelijk van ontwikkelingen in de wereld. Tot voor kort zat deze markt op slot, maar gelukkig is er nu weer volop vraag naar ons product.
ARN heeft in samenwerking met Elsinga veel onderzoek gedaan naar medicijnresten en ziekteverwekkers die in luiers achterblijven. Vooral in incontinentieluiers worden medicijnresten en pathogenen aangetroffen. Op basis van de inbreng van ARN en Elsinga is een nieuwe versie gemaakt van het protocol voor de toetsing op medicijnresten die vanaf januari 2021 geldt. Van meet af aan is onze technologie gericht op robuustheid en veiligheid. Door de hoge druk en temperatuur in het proces kan ARN voldoen aan de eisen voor medicijnresten en ziekteverwekkers zonder gebruik te maken van chemicaliën. De onderzoeken zijn uitgevoerd door een gecertificeerd laboratorium.
Verdere ontwikkelingen: biobased luiers
Ook met de bovenstaande resultaten staat de ontwikkeling niet stil. Uit een studie uitgevoerd door SGS-Intron in opdracht van Rijkswaterstaat blijkt dat de CO2-besparing in de LRI nog verder kan toenemen. Wanneer in onze recyclemethode bijvoorbeeld fossiele kunststoffen in de luiers worden vervangen door biobased PLA, kan de vermeden CO2 oplopen van 899 kg CO2-eq per ton luierafval naar 1.236 kg CO2-eq per ton luierafval.
Dit is ‘design for recycling’: ontworpen om na gebruik te kunnen recyclen. Een uitdaging voor de luierproducenten en voor de recycling. Zo moet er een match gevonden worden tussen functionele eisen van een product (de luier mag niet lekken) en de optimale recyclebaarheid.
Luiers bevatten meerdere bestanddelen. Samen met een producent van luiers en hun toeleveranciers onderzoeken ARN en Elsinga of het mogelijk is om het ontwerp van de luier en de samenstellende grondstoffen zodanig te wijzigen dat de totale milieuscore van productie, gebruik en recycling verbetert. Dat kan opnieuw een match worden in het kader van design for recycling.
Juli 2020
Het heeft even geduurd, maar nu gebeurt het dan echt: wij gaan onze bestaande luierrecyclinginstallatie uitbreiden!
Na testen in het laboratorium en later op pilotschaal heeft ARN begin 2019 de eerste van uiteindelijk drie reactoren op commerciële schaal in bedrijf genomen. Zoals verwacht - het is tenslotte een innovatie - is veel tijd en energie gaan zitten in het leren werken met de installatie en deze bijzondere grondstof. Er is inmiddels veel geleerd, verbeterd en veranderd, met als resultaat dat wij nu besluiten de installatie uit te breiden met twee reactoren.
Hiermee is de eerste full-scale installatie voor het recyclen van luiers in Nederland een feit.
Uit de luiers worden biogas, biogranulaat, kunstmest en plastics geproduceerd. In dit project wordt nauw samengewerkt met het Waterschap Rivierenland. Uit een aanvullende LCA, uitgevoerd in opdracht van de rijksoverheid, blijkt inmiddels dat per ton luiers 964 kg CO2 wordt bespaard ten opzichte van verbranden in een AEC. Uit testen is tevens gebleken dat de technologie ook geschikt is voor recycling van biobased luiers, waarin plastic is vervangen door PLA. Daarmee plaatst ARN een stip op de horizon richting design for recycle en een biobased economy en kan de CO2-besparing in de toekomst nog verder worden vergroot. Het project wordt uitgevoerd met Topsector Energiesubsidie van het Ministerie van Economische Zaken en wordt gefinancierd door Rabobank en BNG.
De komende maanden worden diverse installatieonderdelen besteld en worden voorbereidingen getroffen voor de uitbreiding. Gezien de levertijden, die voor sommige onderdelen nog steeds behoorlijk lang zijn, verwachten we dat de uitbreiding halverwege volgend jaar helemaal operationeel is. Op voorwaarde natuurlijk dat corona geen spelbreker wordt. Mocht u meer informatie willen dan kunt u contact op te nemen met Jacob Vermeulen.
Oktober 2019
April 2019
In december jl. is de luierrecyclingsinstallatie opgestart. Begonnen is met een uitvoerig testprogramma, eerst voor alle componenten afzonderlijk en vervolgens gericht op het geheel. Vervolgens is met wisselende verhoudingen slib en luiers/incontinentie-materiaal gevoed en is gewerkt met wisselende parameters (tijd, mengverhouding, vulling van de reactor, etc.). Dit kost tijd, want hoewel de technologie volop is getest op pilotschaal, een opschaling van 300 naar 5.000 liter is niet geheel zonder bijeffecten. Zoals verwacht doen zich wel wat knelpunten voor, bijvoorbeeld in de nabewerking waar de zeef die de plastics uit de slurry moet zeven te veel materiaal in één keer te verwerken krijgt.
Opstarten blijft een proces waarbij je verwacht dat zich knelpunten gaan voordoen, maar nooit precies weet in welke vorm (want anders waren die in het ontwerp natuurlijk al meegenomen). Op dit moment doet de installatie wat hij moet doen: luiers omzetten in herbruikbaar plastics en een vergistbare slurry. De komende tijd zullen nog wel wat kleinere uitdagingen overwonnen moeten worden en komt de focus te liggen op het behalen van voldoende doorzet. Wij hebben er alle vertrouwen in dat ons dit gaat lukken.
De Gelderlander, editie Maas en Waal, publiceerde op 19 februari een kijkje in de keuken bij de luierrecyclingsinstallatie van ARN. Een filmpje, waarin projectcoördinator het proces schetst werd die dag geplaatst op de website van de (digitale) Gelderlander. Dit filmpje is hier te bekijken.
Op 16 mei 2019 vindt in Nijmegen weer het Circulaire Economie Festival plaats. Nijmegen is in 2017 verkozen tot circulaire hoofdstad van Europa en adel verplicht, want deze titel brengt ook met zich mee dat de stad haar omgeving blijvend stimuleert om duurzaamheid en circulariteit stappen verder te brengen. Op het Circulaire Economie Festival wordt aandacht besteed aan diverse onderwerpen. ARN zal in een tweetal presentaties aandacht besteden aan de totstandkoming van circulaire projecten en, meer specifiek, de luierrecyclingsinstallatie. Wij zien u graag op het festival. Het programma vindt u hier. Via de website kunt u zich ook aanmelden.
Zoals in het eerste artikel van deze nieuwsbrief al werd aangegeven, is de luierrecyclingsinstallatie volop in opstart. Momenteel verwachten wij hier de komende maanden nog wel druk mee bezig te zijn. Ondertussen treffen we echter ook voorbereidingen voor de uitbreiding van de installatie. We verwachten ergens halverwege dit jaar een definitief besluit te kunnen nemen of we de twee extra reactorvaten ook daadwerkelijk gaan realiseren. De aanvoer van luiers en incontinentiemateriaal voor deze uitbreiding is voor een deel reeds gecontracteerd. Mocht u nadere informatie willen over de beschikbare recyclingscapaciteit, neemt u dan contact op met de heer Jacob Vermeulen van ARN via j.vermeulen[at]arnbv.nl.
December 2018
De luierrecyclingsinstallatie bestaat uit meerdere onderdelen, die als een ‘keten’ aan elkaar zijn gekoppeld. Deze bestaat uit de hoofdcomponenten slibdosering (proeven met de eerdere testreactor hebben uitgewezen dat een mengsel van luiers met zuiveringsslib het beste resultaat oplevert), verkleiningsapparatuur, pomp (om het mengsel in de reactor te brengen), reactor, stoom-systeem en nabewerking (zeefinstallatie). De reactor (waarbinnen de luiers aan hoge temperatuur en druk worden blootgesteld) vormt dus weliswaar de kern van de installatie, maar kan niet functioneren wanneer de andere componenten niet in orde zijn.
De gehele installatie wordt elektrisch aangedreven (er komen dus geen fossiele brandstoffen aan te pas). In de loop van november zijn alle benodigde installatie-onderdelen afzonderlijk in werking gesteld en blijken ze te doen waarvoor ze ontworpen zijn. Hoewel alle componenten gebaseerd zijn op elders bewezen toepassingen, zijn ze niet eerder (in deze combinatie) specifiek voor luierrecycling ingezet. Deze - in eigen beheer bedachte - samenstelling van installatie-onderdelen is dus de eerste installatie van zijn soort ooit en er wordt gespannen gekeken of het luiermateriaal zich gedraagt zoals verwacht. Ook de geautomatiseerde procesbesturing is geheel in eigen beheer door ARN-medewerkers opgezet. En passant is er ook een koppeling gemaakt naar een andere ARN- installatie waardoor de uit de luierhal af te zuigen lucht, in die installatie als proceslucht gaat worden toegepast. Op deze wijze ontstaat er in de luierrecyclingshal een onderdruksituatie en kunnen geen geuren naar buiten ontsnappen.
Omdat alle bewegende delen afzonderlijk inmiddels goed blijken te functioneren, werden vervolgens alle schakels uit de keten onderworpen aan allerlei tests evenals de onderlinge koppelingen. Vanwege de hoge druk zijn er strikte (veiligheids) voorwaarden verbonden aan het openen en sluiten van alle appendages (aansluitingen) die aan de reactor verbonden zijn. Toen dat allemaal in orde bleek is de installatie in zijn geheel (met alle ondersteunende randapparatuur) onder ‘procescondities’ gebracht.
Zoals aangegeven werkt dat alles tot op heden dermate voorspoedig dat in december is gestart met het verwerken van de eerste charges luiermateriaal. In een volgende nieuwsbrief zullen wij berichten over de eerste resultaten.
Volgende stap zal zijn om de werking van de installatie zo te optimaliseren dat er uiteindelijk 5.000 ton luiers per reactor, per jaar verwerkt gaan worden in een volledig geautomatiseerd verlopend proces.
Zoals aangegeven worden momenteel de eerste proefvrachten verwerkt. Hoewel dit pas het begin van de feitelijke recycling markeert, geeft dit alle reden om de waardering uit te spreken voor de financiers van dit project (Bank Nederlandse Gemeenten en Rabobank) voor het vertrouwen dat zij in ARN en dit project stellen, door de benodigde middelen voor de realisatie ervan beschikbaar te stellen.
Nadat in de loop van 2019 de kinderziektes uit de exploitatie van reactor 1 zijn overwonnen, zullen reactor 2 en 3 worden besteld, geplaatst en in bedrijf worden genomen. Een investeringsbesluit hierover wordt in de loop van mei-juni verwacht. Daarna zullen de reactoren moeten worden besteld, geplaatst en aangesloten. Het streven is dat – als alles meezit - eind 2019 de luierrecycling op volledige capaciteit kan draaien.
Zoals in een eerdere nieuwsbrief is aangegeven zal, zodra reactor 1 operationeel is, ook de eerder gebruikte testreactor aan de nieuwe stoomleiding worden gekoppeld. Dat biedt namelijk de mogelijkheid om op relatief kleine schaal nieuwe proeven op te zetten om enerzijds het proces verder te finetunen en anderzijds om gericht te blijven zoeken naar verbetermogelijkheden aan zowel de input- als de outputkant. Zo is er belangstelling voor de recycling van andere afvalstromen uit de verzorgingssector en ook voor de afname van kunststof dat met (papier)vezel versterkt is. Met deze testreactor kan worden bezien of die opties te realiseren zijn, zonder daarbij het primaire proces te verstoren.
Veel gemeenten, particulieren en bedrijven gebruiken speciale inzamelzakken voor het verzamelen en weggooien van baby- en incontinentieluiers. Omdat een dergelijke inzamelzak ook een middel is om te communiceren én het voor ARN van belang is dat er geen ongewenste materialen met de afvalluiers meekomen heeft ARN het initiatief genomen een nieuwe opdruk te maken. Hierbij is gekozen voor een heldere tekst en een speciaal voor luierafval toepasbare kleur (magenta) die in heel Nederland gebruikt kan worden - naast het inmiddels ingeburgerde groen (voor GFT), grijs (voor restafval) of oranje (voor PMD).
We hebben gekozen voor eenduidige communicatie: “deze afvalzak is voor luiers”. Om vervolgens middels pictogrammen duidelijk te maken dat al het andere afval zoals stomamateriaal, latex handschoenen en onderleggers thuishoren bij het restafval. Ingewikkelde termen als ‘Incontinentie-systemen’ en dergelijke behoren daarmee tot het verleden.
Ook voor het wikkel om een rol (nieuwe) zakken hebben we gezorgd voor eenzelfde opdruk zodat gebruikers al voor het aanbreken van een rol van informatie wordt voorzien. ARN vraagt als onderdeel van haar Acceptatievoorwaarden van haar klanten om, indien inzamelzakken met opdruk worden ingezet, deze van onderstaande opdruk te voorzien. De oude Knowaste opdruk dient uitgefaseerd te worden.
De opdruk voor zowel de zak als de wikkel zijn digitaal beschikbaar hieronder: Opdruk inzamelzakken. Producenten van inzamelzakken kunnen met deze bestanden de opdruk op de gewenste zakken zetten.
De eerste luiers zijn nog niet door de installatie of de rijksoverheid presenteert een eerste concept voor landelijk afvalstoffenbeleid (waar moet luierrecycling aan voldoen?).
Hiermee wordt wel bevestigd hoezeer de rijksoverheid de recycling van luierafval toejuicht. Maar dan uiteraard wel volgens (milieu)spelregels.
In het hiernaast afgebeelde document wordt aangegeven dat er aandacht is voor in luiers maar vooral in incontinentiemateriaal mogelijk aanwezige ‘risicostoffen’.
Voor luiers en incontinentiemateriaal geldt dat aanwezigheid van medicijnresten en pathogenen (ziekteverwekkende micro-organismen) een aandachtspunt is.
Het RIVM heeft onderzoek verricht naar verwerking waarbij de materialen veilig zijn toe te passen. Dit heeft geresulteerd in een nog te publiceren document waarmee recyclers straks kunnen aantonen dat de materialen veilig zijn toe te passen.
Willem Elsinga, de geestelijk vader van de methode van luierrecycling bij ARN is één van de belangrijkste informatieverstrekkers aan het RIVM, als het gaat om kennis over de aanwezigheid respectievelijk de mate van afbraak van medicijnresten en pathogenen onder procesomstandigheden zoals bij ARN worden toegepast.
Ook over kwantiteit/capaciteit bevat het concept-beleidsdocument een uitspraak
Zodra voldoende (recycle)capaciteit beschikbaar is wordt de minimumstandaard voor luiers en incontinentiemateriaal aangepast.
Om een zo hoogwaardig mogelijk afvalbeheer te bereiken, zijn in het Landelijk afvalbeheerplan (LAP) minimumstandaarden vastgesteld. De minimumstandaard geeft de minimale hoogwaardigheid aan van de verwerking van een bepaalde afvalstof of categorie van afvalstoffen en is bedoeld om te voorkomen dat afvalstoffen laagwaardiger worden verwerkt dan wenselijk is (bijvoorbeeld worden gestort als verbranden mogelijk is, of verbrand als recycling mogelijk is). De standaard is dus een invulling van de afvalhiërarchie voor afzonderlijke (categorieën van) afvalstoffen en vormt op die manier een referentieniveau bij de vergunningverlening voor afvalbeheer. Vergunningen worden in principe alleen verleend als de aangevraagde activiteit minstens even hoogwaardig is als de minimumstandaard, dat wil zeggen als de activiteit een milieudruk veroorzaakt die gelijk is aan of minder is dan die van de minimumstandaard.
In bovengenoemd conceptdocument wordt er op aangekoerst dat voor gescheiden ingezamelde luiers en incontinentiemateriaal als minimumstandaard de keuze tussen verbranden met energiebenutting dan wel materiaalrecycling geboden gaat worden.
Bovenstaande passages sterken de overtuiging dat wanneer er een methode is die aan de komende kwalitatieve én doelmatigheidsstandaarden kan voldoen, dat de methode van ARN zal zijn.
Oktober 2018
Conform de planning, zijn in augustus 2018 de benodigde bouwmaterialen bij ARN aangeleverd. Begin september is aannemingsbedrijf BetoLinQ uit Heesch begonnen om de de bestaande hal bouwkundig aan te passen.
Omwille van een snelle bouw is er immers voor gekozen om een deel van een bestaande hal (de zogeheten Overslaghal) af te scheiden om aldaar de luierrecyclingsinstallatie te realiseren. Deze keuze (b)lijkt vooralsnog een juiste te zijn. Dankzij de inspanningen van de bouwaannemer is mooi op tijd een functionele, van andere activiteiten afgescheiden, hal gerealiseerd waarmee qua constructie en ruimte een uitstekende locatie is geschapen om daarbinnen de luierrecycling gestalte te geven.
De meest recente actie betrof het inhijsen van de reactor op 26 oktober jl. Zoals we eerder aangaven, was met name met de bouw van deze reactor – een drukvat met een inhoud van 5.000 liter die de benodigde temperatuur (250 °C) en druk (40 bar) aan kan - de nodige tijd gemoeid. De leverancier is er netjes in geslaagd om binnen de afgesproken tijd te leveren.
In de loop van oktober 2018 zijn tevens de meeste overige installatieonderdelen gearriveerd, die – nu de reactor is geplaatst - in de loop van november 2018 aan de reactor verbonden kunnen worden. Als moment voor de inbedrijfstelling van reactor 1 staat één december 2018 gepland. Nadat in de loop van 2019 de kinderziektes uit de exploitatie van reactor 1 zijn overwonnen, zullen reactor 2 en 3 worden besteld, geplaatst en in bedrijf worden genomen.
Overigens heeft inmiddels het idee post gevat om, zodra reactor 1 operationeel is, ook de eerder gebruikte testreactor aan de nieuwe stoomleiding te koppelen. Dat biedt namelijk de mogelijkheid om op relatief kleine schaal nieuwe proeven op te zetten om enerzijds het proces verder te finetunen en anderzijds om gericht te blijven zoeken naar verbetermogelijkheden aan zowel de input- als de outputkant. Zo is er belangstelling voor de recycling van andere afvalstromen uit de verzorgingssector en ook voor de afname van kunststof dat met (papier)vezel versterkt is. Met deze testreactor kan worden bezien of die opties te realiseren zijn, zonder daarbij het primaire proces te verstoren.
Wilt u zien hoe het inhijsen in zijn werk ging? Een foto van het moment van inhijsen.
De rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) van Waterschap Rivierenland speelt een belangrijke rol in de recycling van de luiers. De inhoud van de luier, die na de behandeling in de reactor overblijft en door de betrokkenen als ‘slurry’ wordt aangeduid, zal namelijk verder verwerkt worden in de slibgistingsinstallatie van RWZI Nijmegen.
Bestuurder Hennie Roorda van Waterschap Rivierenland zegt het als volgt: “Waterschappen groeien langzaam uit van traditionele waterbeheerders tot energieleveranciers van formaat. Rivierenland gaat daarin voorop”. Bij de ontwikkeling van de luierrecyclinginstallatie hebben het Waterschap en ARN het streven naar perfectie overigens vooralsnog losgelaten. “Perfectie komt pas als de eerste reactor draait,” vertelt zij. “Dan gaan we alle kinderziektes opsporen en eruit halen. Daarna worden de andere twee reactoren gebouwd. Op deze manier hebben we veel meer tempo kunnen maken. Het is allemaal in twee jaar gebeurd en dat is behoorlijk snel.”
ARN en de RWZI werken al sinds jaar en dag samen op het vlak van warmte-uitwisseling en waterhergebruik. En dat smaakt naar meer. “De meest onverwachte energiebron die de samenwerking met ARN tot nu toe heeft opgeleverd, is dat dankzij de poep uit luiers straks in zo’n 1.500 huishoudens in de regio ’s avonds het licht brandt.” Aldus een bevlogen bestuurder, mevrouw Roorda.
(Inter)nationale media-aandacht voor de bouw
Een journalist van NPO kreeg er ‘lucht’ van dat op 18 september 2018 het eerste beton gestort ging worden voor het afbakenen van een luierrecyclingruimte binnen de Overslaghal. De eerste betonstorting werd door de journalist kennelijk beschouwd als wat vroeger het leggen van de eerste steen was. Voldoende aanleiding voor gedurende die dag een vermelding op ieder uur tijdens het Radio 1 Nieuws.
Dat leidde &rlquo;s avonds tot aandacht in het Jeugdjournaal. Al deze berichtgeving werd ook door buitenlandse media opgepakt als signaal dat de recycling er daadwerkelijk gaat komen en leidde tot geschreven berichten in Franse media, een radio-interview op BBC World Business en een uitzending door het Duitse ZDF. Kortom: luierrecycling staat dankzij deze berichtgeving ineens in West-Europa op de kaart!
Voor het complete interview door de ZDF, kijk hieronder of klik op volgende link: Interview ZDF van Willem Elsinga
Juli 2018
Willem Elsinga aan het woord, de founding father van het idee om de techniek van thermische drukhydrolyse toe te passen op vervuilde luiers, om deze daarmee recyclebaar te maken. In zijn betoog ging hij onder meer in op de levenscyclusanalyse (LCA) van een productieproces, ook wel wieg-tot-graf-analyse genoemd; een methode om de totale milieubelasting van een product te bepalen gedurende de hele levenscyclus, dat wil zeggen: winning van de benodigde grondstoffen, productie, transport, gebruik en afvalverwerking. De recycling van luiers via thermische drukhydrolyse is door CE Delft onderworpen aan zo’n LCA. Hierbij is een vergelijking gemaakt met andere verwerkingsroutes. Deze vergelijking wees uit dat thermische drukhydrolyse aanzienlijk gunstiger is dan verbranden met energieopwekking op alle drie de onderzochte aspecten: menselijke gezondheid, ecosystemen en grondstoffen. Een review van deze LCA, uitgevoerd door SGS Search, bevestigt de conclusies die CE Delft heeft getrokken. De volledige LCA is te vinden onder de volgende link.
Wil u meer weten? DOWNLOAD dan het LCA-artikel
Op het moment dat besloten werd om de eerste reactor te installeren zijn per omgaande de opdrachten de deur uitgegaan voor de levering van zowel de bouw- als de installatieonderdelen. Met name de levering van een drukvat met een inhoud van 5.000 liter die de benodigde temperatuur (250 °C) en druk (40 bar) aan kan, vergt de nodige bouwtijd. Dit installatieonderdeel vormt dan ook de bepalende factor in het realisatietraject.
De bouwmaterialen zullen in augustus 2018 bij ARN worden geleverd. Daarna beginnen de bouwkundige aanpassingen. Omwille van een snelle bouw is ervoor gekozen om een deel van een bestaande hal (de zogeheten Overslaghal) af te scheiden om aldaar de luierrecyclingsinstallatie te realiseren. De bouw zal in de loop van september 2018 gereed zijn. Vervolgens zullen in de loop van oktober 2018 de installatieonderdelen arriveren, waarna in november 2018 de montage van reactor 1 gepland staat. Als moment voor de inbedrijfstelling van de reactor 1 staat december 2018 gepland. Tot nu toe is enkel ervaring opgedaan met een testreactor met een inhoud van 300 liter. Van 300 liter naar 5.000 liter is een flinke schaalvergroting, die ongetwijfeld met logistieke en operationele ‘uitdagingen’ gepaard zal gaan. Nadat in de loop van 2019 de kinderziektes uit de exploitatie van reactor 1 zijn overwonnen, zullen reactor 2 en 3 worden besteld, geplaatst en in bedrijf genomen.
Hoewel het wellicht vreemd klinkt om over vervuiling in een afvalstroom te praten, kan de aanwezigheid van bepaalde componenten het verwerkingsproces én de kwaliteit van de producten die uit de grondstof worden gemaakt ernstig verstoren. Zo hebben proeven in de testreactor uitgewezen dat latex handschoenen niet net als de kunststoffen van de luiers, netjes smelten en weer stollen en zo onderdeel gaan vormen van de monostroom kunststof ‘brokjes’. Integendeel. De latex smelt niet, maar wikkelt zich om allerlei draaiende delen van de installatie. Dat heeft tot gevolg dat de reactor bij herhaling handmatig moet worden ontdaan van deze latex-resten. Een bewerkelijke, hachelijke en kostenverhogende handeling. Polyester is ook zo’n lastige stof. Daarom mag dat niet in wegwerpwashandjes aanwezig zijn. ‘Scherp’ materiaal zoals naalden en de (inhoud van) stomazakken beïnvloedt de arbeidsomstandigheden van de operators in negatieve zin. Daarbij is het goed om in gedachten te houden dat ook aan de ‘voorkant’ van het proces (het lossen van de luierstroom en het vullen van de reactor), hoewel in principe machinaal uit te voeren, altijd wat mis kan gaan waardoor er toch menselijke arbeid aan te pas komt. Ook zal regulier onderhoud gepleegd moeten worden, waarvoor de installatieonderdelen eerst handmatig moeten worden gereinigd. Wij willen onze medewerkers niet blootstellen aan dergelijke risicodragende componenten. Zaken als aluminium medicijnstrips en hard plastic, zoals (van zalf)potjes etc., vervuilen de kunststoffractie en bedreigen de afzetbaarheid ervan. Het proces is gericht op het recyclen van (schone) kunststoffen en het winnen van biogas uit ‘plas, poep en papiervezels’. Dit gas winnen gebeurt in een installatie waarin normaliter alleen zuiveringsslib wordt vergist. Het aandeel washandjes en billendoekjes moet daarom tot een minimum worden beperkt. Vandaar ook daarvoor – in beginsel – een aanwezigheidsverbod, zodat in extreme gevallen de afvalaanbieder daar op aangesproken kan worden.
Gemeente Soest zamelt luiers apart in en kiest voor recycling: waarom?
De gemeente Soest koos als een van de eersten voor gescheiden inzameling en recycling bij ARN. In gesprek met Henk Dillingh, Strategisch Beleidsadviseur Duurzaamheid bij de gemeente Soest, wordt snel duidelijk dat de belangrijkste reden om met luierinzameling te starten en voor recycling te kiezen de ambitie is om de VANG-doelstellingen (Van Afval Naar Grondstof) te behalen: 100 kg restafval per inwoner en 75% hergebruik in 2020. Om deze doelstelling te halen is het nodig om herbruikbare afvalfracties via scheiding aan de bron ter recycling aan te bieden. Met de innovatieve installatie van ARN is die mogelijkheid tot recycling beschikbaar en dus is gestart met de inzameling. Henk Dillingh ziet hierin ook een belangrijke rol voor gemeenten weggelegd: “Al jaren wordt de hartenkreet geuit dat het toch wel hoog tijd wordt dat luiers, een forse afvalstroom, gerecycled worden. Gemeenten moeten hiermee aan de slag maar als je niet uitkijkt, wacht iedereen op iedereen en komt er niets van de grond. Wij hebben daarop niet willen wachten, we wilden aanbod creëren en zijn aan de slag gegaan”. Naast milieu en duurzaamheidsdoelstellingen is voor Soest ook de servicefactor van belang. Dillingh: “In Soest hebben we eind 2017 omgekeerd inzamelen geïntroduceerd. Voor onze inwoners betekent dit dat restafval nog maar 1 keer per 4 weken wordt opgehaald. Om gezinnen met jonge kinderen en mensen met zorgtaken te ontzien, is tegelijk met de introductie van omgekeerd inzamelen besloten om speciale brengpunten voor baby- en incontinentieluiers te organiseren. Dit levert vermindering van (geur-) overlast op bij huishoudens en een goed te recyclen grondstof. Met zo’n driekwart jaar ervaring kan gesteld worden dat de inzameling goed loopt. Natuurlijk valt er ook nog wel wat te verbeteren. Dillingh: “Het zou mooi zijn als we het aantal inzamelpunten kunnen vergroten, zodat nog meer mensen op relatief beperkte afstand hun luiers kunnen inleveren. We werken nu met 12 locaties waar luiers gebracht kunnen worden, met name bij kinderdagverblijven en bij twee afvalbrengstations. Zeker vanuit het serviceoogpunt is dat een verbetering die we moeten zien te realiseren”.
U kunt onze opdruk downloaden om zakken met de juiste opdruk te (laten) maken: